Ik begeleidde een kandidate in het tweede spoor. Ze is begin zestig. Ze kon haar eigen werk niet meer doen en wat was ze daar verdrietig en ongelukkig over. Een beperking, en daarmee de belemmeringen, waren haar leven binnengeslopen. Ze had haar laatste werkjaren – natúúrlijk – anders voor zich gezien.

Tijdens onze eerste afspraak stonden het verdriet en het niet weten centraal. Ze wilde haar tweede spoor verkennen, maar had geen idee waar het haar zou brengen. Haar overtuiging was dat ze oud was en haar werkervaring eenzijdig. Wat had zij nou te bieden?

Ik keek uit naar onze ontmoetingen, met ruimte voor een lach en een traan. Elke ontmoeting bracht haar een stapje verder in haar proces. Gaandeweg merkte ik het verschil met toen ze haar situatie als uitzichtloos ervaarde. Het belangrijkste dat ik voor haar kon betekenen was haar echt zien en horen.

Dat gaf (zelf)vertrouwen, hoop en moed om te doen. Deze kandidaat het vertrouwen geven om dingen te ondernemen was alleen al waardevol*. Door te doen maakte ze zich stapje voor stapje de wereld van werk, buiten haar blikveld, eigen. Ze ontdekte dat ze haar tweede spoor kon benutten om ander werk uit te proberen, ze greep die kans met beide handen aan.

Ze solliciteerde op vrijwilligerswerk en werd aangenomen. Twee werkervaringsplaatsen volgden, waar ze merkte dat ze in ander werk tegen fysieke grenzen aanliep. Maar óók dat ze geliefd was bij haar nieuwe tijdelijke collega’s. Er werd met haar meegedacht, taken werden aangepast zodat ze leerde wat wel mogelijk was en ook in de zoektocht naar weer een nieuwe plek werd ze door hen gesteund.

Haar veerkracht werd groter, door nieuwe ervaringen op te doen. Een ontmoeting met lotgenoten durfde ze eerst niet aan vanwege praktische uitdagingen. Ik liet de keuze aan haar. Ze verzamelde al haar moed, kwam én wist daar andere kandidaten te inspireren met haar ervaringen. Haar enthousiasme was aanstekelijk. Haar optimisme gaf niet alleen haarzelf vertrouwen, maar had ook invloed op haar omgeving.

Een gevoel van trots: ik betrap mezelf er regelmatig op. Betrappen in positieve zin, want trots draagt bij aan een gevoel van voldoening en is belangrijk voor het ervaren van zin in je werk.

Momenten van trots ontstaan bij mij als er iets gebeurt dat ikzelf als ‘magisch’ omschrijf. En dat hoeft niet groots en meeslepend te zijn. Ik voel dan tot in mijn tenen waarom ik doe wat ik doe en waar ik mij dagelijks voor inzet: een wereld waarin iedereen van betekenis is en dat ook ervaart in werk.

Tijdens haar tweede spoor wist deze kandidate een voorbeeld te zijn voor anderen, ze gaf hen hoop.

Ze vond zin en betekenis tijdens haar traject en merkte dat ze ertoe deed, ondanks haar leeftijd en beperkte werkervaring.

Dat zie ik, los van haar nieuwe baan, als echte winst in dit traject. Daar ben ik trots op.

*Onderzoek van Sonja Lyubomirsky wijst uit dat doen (gedrag) tot 40% van invloed kan zijn op je ervaren geluksgevoel.

Lees meer over het Tweede Spoor