En dan zit je plots in de misère. Wat een eenvoudige operatie moest zijn, leverde sepsis (bloedvergiftiging) op. We waren net op tijd in het ziekenhuis. Na een week is hij, mijn man, weer thuis. Eigenlijk zit híj dus in de misère, maar ik miezèr mee. Eerst zijn er de zorgen, daarna de opluchting als blijkt dat alles goed komt. En dan moet er de wereld aan dingen geregeld worden. Hulpmiddelen halen – krukken, een ding om in te plassen, een stoel voor onder de douche – en hem naar afspraken met specialisten brengen. Hij is de komende weken volledig immobiel. Als je verder niets te doen hebt (en wie heeft dat nou), is dit allemaal prima te doen. Maar met een eigen bedrijf, een promotieonderzoek én een dierentehuis is het wat lastig combineren, merkte ik.
Ja, ik ben ook een van die mensen die haar leven tot de rand toe gevuld heeft.
Ik geniet ervan, maar besef me veel te weinig hoe kwetsbaar zo’n gespannen boog is. Er hoeft maar dát te gebeuren en je plannen lopen in het honderd.
Ooit schreef ik dat je leven voldoende ‘kieren in de dag’ moet hebben. Kieren die maken dat er ruimte is voor onverwachte dingen, kieren die maken dat je tijd hebt om te zorgen voor wie je lief is.
Nou, ik blijk alle kieren dicht geplamuurd te hebben.
Tussen al het gestress door, tref ik opeens reddende engelen.
Iemand die een deel van mijn taken thuis en op het erf wil overnemen, een klant die uit zichzelf zegt dat een afspraak wel wat opgeschoven mag worden, buren die een keer naar een afspraak met een specialist willen rijden. En ook mensen die helpen relativeren en zorgen dat we blijven lachen (mijn man is er zo één).
Hier draait het om als we het over de kracht van ‘samen’ hebben. Zo zijn we van betekenis voor elkaar.
We zijn allemaal kwetsbaar, onze agenda’s staan boordevol en bij iedereen komt er wel een keer een klink in de kabel. Als je alles alleen moet oplossen is het leven een zware dobber. Zingeving ervaar je het meest direct door van betekenis te zijn voor elkaar. Op het werk, thuis en in je vriendenkring. Voor die collega die het zwaar heeft en die even in de luwte moet, kun jij van grote betekenis zijn. Een volgende keer ben jij misschien aan de beurt. Daarom is het zo funest als je individueel afgerekend wordt op resultaten. Als je dus eigenlijk elkaars concurrenten bent. Dan bedenk je je namelijk wel twee keer voor je tijd besteedt aan werk van een collega. Dat komt de sfeer en de zingeving in een team niet ten goede.
Gelukkig werk ik niet in zo’n werkomgeving. Ik ga wel een plamuurmes zoeken om die kieren weer wat open te krikken. Zo heb ik straks ruimte om de dobber van iemand anders te verlichten en om te kunnen blijven relativeren.
Heidi Jansen